Een Zeeuws mes heet ook wel ‘paeremes’. Maar de traditie om twee paardjes als bekroning op het mes te zetten dateert pas vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw. Daarvoor was de leeuw als bekroning veel gebruikelijker. Ook na die tijd werd er met grote regelmaat een leeuw gebruikt als bekroning. Zeker als het mes bedoeld was voor een wat rijkere boer die hiermee wilde laten zien dat het dagelijks omgaan met vee niet meer tot zijn takenpakket hoorde. De ‘Zeeuwse’ leeuw ligt meestal op een verhoging waarom zijn voorpoten rusten.
In dit mes is de topbekroning met leeuw gecombineerd met een afbeelding van de evangelist Marcus, die ook een leeuw als herkenbaar attribuut bij zich heeft. Dit naar de naam van de opdrachtgever van het mes. Boven Marcus is een zegel aangebracht met de initialen van de opdrachtgever. De afbeelding onder het kooitje laat een gestileerd zicht op het vooroorlogse Zoutelande zien (toen het dorp nog geen dijk had maar alleen een smalle duinenrij), geflankeerd door een druivenwingerd en enkele bloemen.
Beweeg met je muis over deze afbeelding om het mes van alle kanten te kunnen bekijken.